Dag 22
Door: Bernd en Nienke
Blijf op de hoogte en volg Bernd
07 Juli 2013 | Namibië, Halali
Geen wekker gezet en geen haan die ons 's morgens vroeg wakker maakte, dus hebben we heerlijk uitgeslapen en stonden we pas om zeven uur naast de tent.
Omdat de douche gisterenavond zo goed beviel, dachten we daar ook nu nog even snel van te gaan genieten, maar we kwamen, letterlijk, van een koude kermis thuis.
Rond half negen waren we klaar voor vertrek, maar eerst de banden weer even op spanning brengen.
We reden vanaf Etosha richting het zuidwesten, nog een gedeelte over asfalt, later alleen nog over gravel. Het landschap werd steeds bergachtiger en minder begroeid.
We passeren een afslag naar de Vingerklip. Een door erosie vreemd vormgegeven rotsformatie in een onherbergzaam landschap. We gaan er een kijkje nemen om vervolgens nog een stuk door te rijden richting onze eindbestemming en langs de weg te lunchen onder een boom.
We komen langs een door Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen locatie: Het Versteende Woud. Hier lopen we met een gids langs verschillende planten, waaronder de befaamde Welwitschia. Een oerlelijke plant, bestaande uit twee bladeren met wortels die tot 34 meter diep de grond in kunnen gaan. De kleinste die we zien, niet groter dan een hand, is al 25 jaar oud, de grootste zijn meer dan 500 jaar. Waar het park zijn naam aan te danken heeft, zijn de 180 miljoen jaar oude versteende sparren die hier door erosie bloot zijn komen te liggen. Ze komen van nature niet in dit gebied voor en zijn met de laatste ijstijd deze kant op gevoerd vanuit Kongo. Ze zien er nog steeds uit alsof ze van hout zijn en we ze zo kunnen gebruiken voor ons kampvuur.
Na een korte wandeling langs deze versteende bomen gaan we verder. De weg wordt steeds bergachtiger en geeft prachtige vergezichten. Vlak voor we op onze campsite aankomen vangen we een glimp op van een kleine kudde woestijnolofanten. Deze dieren hebben zich aangepast aan de droge omgeving en hoeven slechts om de paar dagen te drinken, terwijl hun familie in de nationale parken van Botswana en Etosha per dag zo'n 65 liter water opslurpt
Om half vijf arriveren we bij Aabadi Mountain Camp. Een campsite met een receptie, een vijftal vaste tenten en verder vooral "niets".
We mogen gaan staan waar we willen en zijn, naast één andere familie, de enigen op deze campsite. Er is een open douche/toilet aanwezig waar we zelf een vuurtje moetenstoken om wat warm water uit de kraan te krijgen. Vandaag was het net aan lauw water, morgen gaan we voor de herkansing.
We bakken onze onderweg gekochte kippenspiesjes en maken er een curry bij. We zitten alletwee met brandende mond aan tafel. Thailand was er niets bij zo scherp. En dit was nog de milde variant. Helaas hebben we geen bananen kunnen vinden dus geen toetje vandaag. Wel hebben we een aantal enorme stukken hout gesprokkeld, waardoor we nog lang nadat de zon is onder gegaan, zonder trui buiten zitten en marshmellows maken.
Op ons kampvuur na, is het hier aardedonker, er is in de wijde omtrek geen lichtje te bekennenen dus hebben we uitgebreid zicht op de sterrenhemel. De melkweg is hier goed te zien.
Morgen gaan we dit dorre maanlandschap verder verkennen en slapen we op dezelfde campsite.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley