Dag 13: Vakantieman, gezellig hè!?

We staan op op onze mooie camping in het dal, maar het is steenkoud. Snel een broodje smeren en de auto in op weg naar Myvatn. Dat is niet al te ver meer weg en gaat grotendeels over geasfalteerde wegen waardoor we er aan het eind van de ochtend al aankomen. Onderweg is het maar weer eens begonnen met regenen en dat terwijl Myvatn de "meest zonnige plaats van IJsland" wordt genoemd.
We komen allereerst langs een mooi sulfatarenveld, Hverir. Sulfatarenveld is een mooi woord voor naar rottende eieren stinkende plek waar warm water en stoom uit de grond borrelen. Mooi is het zelfs in de regen wel. Er zijn oude boorgaten die afgedekt zijn met hoopjes stenen waar de hete stoom onder luid geraas omhoog wordt geblazen, kleine poeltjes helder blauw heet water die langzaam overlopen en dikke modder die rustig aan staat te pruttelen als een pan erwtensoep die net kookt. We zien veel mensen met van die blauwe plastic zakjes over hun schoenen lopen. Eerst denken we nog dat het Japanners zijn die in hun smetvrees bang zijn om iets op te lopen, maar wanneer we zelf rondlopen en blijkt dat de grond bestaat uit een natte blubberige klei denken we dat het de buschauffeurs zijn die deze schoentjes uitdelen om ervoor te zorgen dat hun bus na deze trip nog een keer gebruikt kan worden. Gelukkig hebben wij rubberen matten in de auto liggen.
Vervolgens rijden we een berg op in de richting van Krafla, waar een enorme geothermische krachtcentrale gebouwd is. Overal langs de hellingen van de omliggende bergtoppen lopen dikke buizen. Ook komen we langs een warme douche die daar, in de open lucht permanent aan staat.
Wanneer we nog verder omhoog rijden begint het nog harder te regenen, maar omdat er verder weinig anders op zit dan onszelf in een tentje op te sluiten, trekken we onze warme kleding en daaroverheen dikke regenpakken aan en maken er toch maar een wandeling. Ook hier stomende berghellingen en een helder blauw meertje dat er met een zonnetje en blauwe lucht vast nog mooier uit had gezien.
We zijn inmiddels best koud geworden en gaan ons daarom opwarmen in de natuurbaden van Reykjahlid. Voor nog geen 25 euro per persoon, geen geld, mogen we in het natuurlijk opgewarmde water. Heerlijk is het zeker en lang niet zo druk als in de vergelijkbare natuurlijke baden van de Blue Lagoon in het zuiden van IJsland. Na afloop ruik je zelf nog dagen naar zwavel, maar je huidje wordt er babyzacht van.
Omdat we ons in een nationaal park bevinden zijn we de komende twee nachten ook aangewezen op een campsite. Die vinden we langs het water van het Muggenmeer, zoals Myvatn ook wel wordt genoemd. Van muggen is geen spoor te bekennen, maar dat komt wellicht omdat het zo'n vijf graden is en nog steeds regent. We kruipen de tent in met een kop soep en een boterham en gaan doen wat je het beste met dit weer kunt doen: slapen.