Dag 21: Zuid IJsland

Ons kampeerplekje laten we even achter om wederom door een hoop riviertjes terug te rijden tot aan de ringweg. Daar slaan we af naar het oosten om een klein stukje verderop een aantal bezienswaardigheden aan te doen, te tanken en boodschappen in te slaan.
Allereerst komen we langs een afslag die ons over een met stenen bezaaid weggetje in de richting van zee voert. Na een kilometer of vier zien we daar het hier bekende vliegtuigwrak liggen. Alles wat er af kan is er inmiddels afgehaald, zoals de motoren, de vleugels, het staartstuk en alle interieur. Jarenlange wind en zand heeft er voor gezorgd dat het vliegtuig ook ontdaan is van alle verf die er ooit op zat. Het waait hier behoorlijk, dus heel lang blijven we er niet.
We vervolgen onze weg richting het oosten en komen bij Dyrhólaey, een klein schiereilandje aan de zuidkust van IJsland dat bestaat uit grillig gevormde rotsen. Een ervan heeft een groot gat zodat een grote boog in zee is ontstaan, groot genoeg om zelfs boten door te laten. Niet ver van deze natuurlijke boog bevindt zich ook een grote kolonie papegaaiduikers. Deze vogels zitten in windkracht 10 op de kliffen van loodrecht uit zee rijzende rotsen. Je zou denken dat er fijnere plekken zijn om te nestelen, maar ze lijken weinig last te hebben van de meedogenloze wind. De papegaaiduikers lijken een klein beetje op een kleine pinguïn maar dan met de felgekleurde snavel van een papegaai. En ze kunnen wel degelijk vliegen. Opstijgen gaat hier makkelijk: je laat je over de rand vallen en door de harde wind stijg je meteen. Landen is een ander verhaal: de vogels komen met een noodgang aanvliegen en al ver van te voren beginnen ze met een grote bocht vaart te minderen om zo precies op de juiste plaats neer te strijken. Het mislukt ook nogal eens waardoor ze een extra ronde moeten maken en opnieuw moeten aanvliegen.
Aangekomen in het kustplaatsje Vik blijkt dit niet meer dan een gehucht te zijn, weliswaar met benzinestation en supermarktje en meer hadden we niet nodig.
Na de nodige inkopen slingeren we ons weer een weg terug naar de campsite in Thorsmörk.