Dag 24: van Semporna naar Kuala Lumpur

Het einde van onze reis komt langzamerhand en teleurstellend in zicht. Vandaag laten we het eiland Borneo achter ons en gaan we richting het vaste land van Maleisië. We lopen 's morgens vroeg naar het busstation, maar zelfs om negen uur is het al zo warm dat het zweet ons uitbreekt.
Het bord waarop te lezen stond dat er een bus zou vertrekken om half tien blijkt niets meer waard dan wat aankleding van de stand van de busmaatschappij, maar uiteraard is er wel weer een mannetje dat ons brengt naar een minivan die ons voor een paar euro's in een goed uur naar de luchthaven van Tawau brengt. Ook deze luchthaven stelt niet veel voor dan een bagageband, twee eettentjes en een souvenirwinkeltje. We vliegen met Air Asia in twee en een half uur naar Kuala Lumpur, waar we rond vier uur in de middag aankomen.
Omdat we beiden geen grote stadsmensen zijn hebben we besloten om toch nog een kleine trip te maken naar de Cameron Highlands. Op ongeveer 200 kilometer ten noorden van Kuala Lumpur liggen deze hooglanden die vooral bekend zijn om de theeplantages, aardbeienfarms en vooral het aangename klimaat door de ligging op 1500 meter boven de zeespiegel.
Daarom huren we voor niet al te veel geld een autootje die we ophalen op de luchthaven en daar zaterdag avond weer zullen inleveren. Het betreft een geval van Maleisische makelij: een echte Perodua Myvi 1.3cc automaat. Een soort renault twingo. Een dame komt de auto naar de terminal brengen, maakt een kopie van mijn rijbewijs en paspoort en zonder dat we verder iets betalen krijgen we de auto binnen drie minuten mee. Ze zijn hier bijzonder goed van vertrouwen.
Maar vannacht slapen we in het Chinatown van KL, dus het avontuur dat heet 'rijden in Kuala Lumpur' kan beginnen. Om te beginnen rijden ze hier aan de linkerkant van de weg, maar door de automaat hoeven we in ieder geval niet te letten op het schakelen en kunnen we ons op de weg focussen. In 45 minuten rijden we vanaf het vliegveld naar de Petronas Towers, waar we rond half zeven 's avonds aankomen. We dumpen de auto in een parkeergarage en maken natuurlijk de nodige foto's van de twee torens en de fonteinshow die na zonsondergang wordt gegeven in het park dat vlak achter de torens ligt. In één van de torens bevindt zich een groot winkelcentrum waar we wat doorheen struinen en waar we ook een hapje eten in het foodcourt. Daarna gaan we richting Chinatown waar we in het Lantern Hotel verblijven. De kamer is niet veel groter dan de gemiddelde bezemkast, maar beschikt over de beste douche die we in Maleisië tot nu toe hebben gehad. Ik denk dat er in vijf minuten onder deze douche meer water uit de kraan is gekomen dan uit alle andere douches van de afgelopen drie weken bij elkaar.
Het hotel is gevestigd in Petaling Street: een autovrije straat die helemaal volgepakt staat met kleine marktstalletjes waar kopieën van dure horloges, kleding, zonnebrillen en andere rommel wordt verkocht.
Nienke scoort er nog een lange broek voor de kou in de Cameron Highlands. Morgen rijden we vroeg die kant op om daar de laatste twee dagen door te brengen voordat we weer naar huis komen.