Dag 8

De eerste week zit er al weer op.
Na onze bijna 24 uur durende reis zijn we begonnen in Singapore. Last van een jetlag hebben we beiden eigenlijk nooit. Hoewel we niet bijster gek zijn van de grote steden was vooral de moderne architectuur in deze stadstaat erg indrukwekkend. We gingen door naar Bako waar we onder andere wilde zwijnen, makaken, ruige karst gebergten en kleine zandstranden zagen. Ook kwamen we de neusapen tegen, waarvan er in Bako nog zo'n 150 leven. Vanuit Bako vertrokken we naar Kuching wat voor ons slechts een tussenstop was op weg naar Mulu.
Vanmorgen hebben we niets op het programma staan dus maken we na het ontbijt een kleine wandeling in de buurt. Overdag is er een stuk minder te zien in de jungle dan 's avonds.
Om half drie staan we, nadat we geluncht hebben met rijst en curry, klaar om onder begeleiding van een gids naar twee grotten te lopen. De Deer Cave en de Langs Cave. De wandeling duurt een uur, maar gaat voornamelijk over een aangelegd pad en is dus goed te doen. Uiteraard zweten we er nog steeds wel lekker op los. Als we na vier kilometer aankomen bij de Deer Cave roept deze grot meteen diepe bewondering over zich af. Wat is dit ding enorm groot. Complete kerken zouden er in het niet vallen wanneer ze er in zouden staan. Zo ook de bomen die bij de uitgang staan. Dat zijn toch echt behoorlijke bomen te noemen van een meter of 15 hoog, maar in de opening van de grot lijken het miniaturen. De Deer Cave biedt onderdak aan een geschat aantal van maar liefst 3 miljoen vleermuizen. We horen ze en ruiken de guano (vleermuis-poep). Doordat ze op z'n 150 meter hoogte aan het plafond hangen zijn ze voor ons gereduceerd tot een grote zwarte vlek.
Na de Deer Cave lopen we een klein stukje verder naar de Langs Cave. Een grot die bekend staat om zijn mooie druipsteen formaties. We moeten zeggen, vergeleken met de grotten die we in Slovenië hebben gezien vallen die een beetje tegen.
Waar het uiteindelijk om te doen was komt nu. Het is half vijf geweest als we de laatste grot uit komen en we lopen naar een platform dat is aangelegd voor een speciale aangelegenheid: de exodus van 3 miljoen vleermuizen. Bijna iedere avond, als het begint te schemeren, verlaten de vleermuizen massaal de grot om gedurende de nacht op zoek te gaan naar voedsel. We zitten er al een tijd zonder dat er wat gebeurt en het begint behoorlijk te regenen. Net als we denken dat wellicht vanavond net een dag is dat de vleermuizen het wel best vinden om binnen te blijven, beginnen er mensen op te veren en foto's te maken. Af en toe verlaat een kleine wolk vleermuizen de grot, niet lang daarna gevolgd door een onafgebroken streng van miljoenen van deze beesten. Als een enorm lint dat door de lucht trekt zal het een uur duren voordat ze de grot allemaal hebben verlaten.
De regen is inmiddels overgegaan in een lichte miezer en we vangen onze terugtocht aan. Ik zelf voel me gedurende de wandeling steeds minder fit worden. Heb last van mijn keel, mijn spieren doen zeer en ik heb hoofdpijn.
Vanavond vroeg naar bed dus en zodoende liggen we er na het eten om negen uur in.