Dag 14: Labuk Bay & Uncle Tan

We gaan, na de orang oetans en de zonberen, naar Labuk Bay. Het plaatsje ligt maar 25 kilometer verderop richting de kust en bestaat uit een enorme palmolieplantage waarvan de eigenaar, toen hij er achter kwam dat er neusapen op zijn land leefden, een gedeelte inrichtte als reservaat voor deze met uitsterven bedreigde soort.
De dag ervoor hebben we gemaild en er is nog wel een kamer over in het enige resort dat zich daar bevindt.
Met de rugzakken lopen we vanaf Sepilok een paar honderd meter naar de shuttlebus die ons in een half uurtje naar Labuk Bay brengt. Vanaf daar wordt het wat vaag.
We moeten eerst entree betalen voor het reservaat. Dan rijden we niet door naar het resort, maar stoppen eerst bij een platform vanaf waar we neusapen goed kunnen zien tijdens het voeren. Naast neusapen komt er ook nog een familie langoeren, ook apen, zich tegoed doen aan de kousenband. Om het geheel kompleet te maken komen er nog drie neushoornvogels kijken.
Na de voedertijd rijden we een stukje door naar een ander platform, waar zich ook een hele familie neusapen laat zien. De beesten hebben een enorme buik, gevuld met veel darmen en magen om hun dieet van voornamelijk bladeren te kunnen volhouden. De mannetjes zijn voorzien van enorme neuzen waar die van de vrouwtjes klein blijven.
Dan door naar het resort. Nee dus. We krijgen te horen dat er niet kan worden overnacht omdat er gerenoveerd wordt. Heel apart, maar goed. Dan maar weer terug richting Sepilok. Om één uur komen we daar aan en besluiten om toch mee te gaan met Uncle Tan's Wildlife Adventures. We lunchen er wat en vertrekken dan anderhalf uur later met een busje en vervolgens nog een uur met een bootje over de Kinabatangan rivier. De accommodatie is er Spartaans. Zoals ze zelf zeggen: to some hell on earth, to most undiscovered beauty.
We krijgen een matras met klamboe toegewezen en installeren ons in de hitte van de namiddag.
's Avonds, na het eten dat uitstekend smaakt, maken we een boottocht over de rivier op zoek naar het nachtleven. Vooral slapende neusapen hoog in de bomen, uilen en slapende vogels trekken aan ons voorbij.